Menu Sluiten

Belangrijke wijzigingen betreffende gelegenheidsarbeid in PC 144/145

Beste klant

Recent werden er naar aanleiding van de coronacrisis een aantal belangrijke (tijdelijke) wijzigingen doorgevoerd betreffende gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouw:

  • Invoering 2e plukkaart 2020

Het betreft een uitzonderlijke maatregel, enkel van toepassing in 2020!

Elke gelegenheidswerknemer kan dit jaar met een 2e plukkaart tewerkgesteld worden als de 1e plukkaart vol is.

Dit geldt zowel voor Belgische als buitenlandse gelegenheidswerknemers, ongeacht of ze dit jaar reeds gewerkt hebben of nog moeten starten. Dit geldt eveneens voor tewerkstelling via interim.

Concreet betekent dit het volgende:

  • landbouw: 30 dagen worden 60 dagen
  • tuinbouw: 65 dagen worden 130 dagen
  • witloofteelt: uitzonderlijk geen uitbreiding naar 100 dagen in 2020, de werkgever mag 2x 65 dagen toepassen
  • champignonteelt: aparte regeling (het Fonds communiceert dit aan de betrokken werkgevers).

Van zodra het max. aantal dagen op de 1e plukkaart (zijnde 30 dagen of 65 dagen) bereikt is mag er een 2e plukkaart opgemaakt worden.

De 2e plukkaart is een gewone plukkaart dus de werkwijze blijft hetzelfde:

  • bestelling bij het Waarborgfonds
  • voorblad terugsturen naar Waarborgfonds
  • tewerkstelling is beperkt tot respectievelijk 30 of 65 dagen
  • dimona-aangifte + invullen plukkaart voor elke dag van tewerkstelling

Ook het loon en de sociale zekerheidsbijdragen wijzigen niet bij toepassing van een 2e plukkaart.

De teller Green@Work voor het raadplegen van het aantal dagen gelegenheidsarbeid via de website van de Sociale Zekerheid wordt voor 2020 uitzonderlijk aangepast naar 130 dagen.

OPGELET:

De invoering van de uitzonderlijke maatregel betreffende de 2e plukkaart veronderstelt dat er in 2020 geen uitbreiding zal zijn naar 100 dagen gelegenheidsarbeid in de sector van de fruitteelt. Deze regelgeving zal later nog verder verduidelijkt worden en kan pas vanaf 2021 toegepast worden.

  • Aanpassing 180-dagenregel

Oorspronkelijk bepaalde de 180-dagenregel dat een reguliere arbeider in de land- of tuinbouwsector na afloop van zijn arbeidsovereenkomst eerst 180 kalenderdagen diende te wachten alvorens hij opnieuw met de plukkaart tewerkgesteld mocht worden.

Vanaf 01/04/2020 wordt de 180-dagenregel beperkt tot de eigen onderneming, waarbij men alle bedrijven die door eenzelfde familie gerund worden als 1 onderneming zal beschouwen.

Dit wil zeggen dat een reguliere arbeider die werkt of gewerkt heeft in een andere sector of binnen een andere onderneming in de land- of tuinbouwsector nu steeds bij een nieuwe werkgever met de plukkaart tewerkgesteld mag worden.

Daarnaast werd ook het volgende voorzien:

  • Contracten van bepaalde duur of bepaald werk van max. 6 weken na tewerkstelling met de plukkaart zullen buiten beschouwing gelaten worden voor de toepassing van de 180-dagenregel. Dit betekent dat gelegenheidswerknemers die bijvoorbeeld op het einde van het jaar nog tijdelijk als reguliere arbeider tewerkgesteld worden geen rekening moeten houden met een ‘wachttijd’ van 180 kalenderdagen. Zij mogen het volgende jaar meteen opnieuw als gelegenheidswerknemer met de plukkaart ingeschakeld worden bij dezelfde werkgever.
  • Werknemers die met pensioen gaan zullen onmiddellijk als gelegenheidswerknemer mogen werken, ook binnen dezelfde onderneming.

Enkel voor reguliere arbeiders in de land- of tuinbouwsector met een contract van onbepaalde duur of met een contract van bepaalde duur/werk van meer dan 6 weken dient er rekening gehouden te worden met een periode van 180 kalenderdagen na afloop van het contract alvorens deze persoon opnieuw met de plukkaart mag werken binnen dezelfde onderneming.

  • Tewerkstelling tijdelijk werklozen, bruggepensioneerden e.a.

Volgende personen krijgen de mogelijkheid om ingeschakeld te worden als gelegenheidswerknemer in de land- en tuinbouw met behoud van 75% van de daguitkering voor werkloosheid:

  • Tijdelijk werklozen
  • Bruggepensioneerden
  • Werknemers van een andere onderneming op wie een vorm van thematisch verlof van toepassing is (tijdskrediet, ouderschapsverlof, …)
  • Overheidswerknemers in loopbaanonderbreking.

Er wordt aangeraden dat deze personen steeds hun uitbetalingsinstelling op de hoogte brengen om te voorkomen dat er ten onrechte uitkeringen uitbetaald zouden worden.

Tijdelijk werklozen behouden daarbij eveneens 75% van de aanvullende vergoeding van €5,63 die voorzien is bij werkloosheid wegens overmacht door de coronacrisis, evenals eventuele andere vergoedingen die binnen bepaalde sectoren voorzien zijn.

OPGELET:
Dit is ook van toepassing op tijdelijk werklozen uit de land- en tuinbouwsector, maar niet binnen dezelfde onderneming (waarbij men alle bedrijven die door eenzelfde familie gerund worden als 1 onderneming zal beschouwen).

Bruggepensioneerden zullen ook de aanvullende vergoeding behouden die hun vroegere werkgever maandelijks uitbetaalt.

  • Tewerkstelling studenten

Ook studenten kunnen nog steeds ingeschakeld worden, op voorwaarde dat hun leerplan het toelaat. Op de momenten dat zij normaal gezien les zouden moeten volgen is het uiteraard niet toegelaten om te werken.

Jongere werknemers kunnen onder volgende statuten tewerkgesteld worden:

  • als gelegenheidswerknemer met een 1e en 2e plukkaart, aan dezelfde voorwaarden als de andere gelegenheidswerknemers
  • als student met een studentenovereenkomst en volgens de regeling van studentenarbeid, waarbij volgende voorwaarden van toepassing zullen zijn:
    • de periode 01/04/2020 – 30/06/2020 telt niet mee voor het max. van 475u
    • de bijdrage voor de werkgever blijft beperkt tot 5,43%
    • de student blijft ten laste van zijn ouders
    • toekenning kinderbijslag en recht op studietoelage blijft behouden.
nl_NLDutch